Coronavaccin AstraZeneca was beoogd hofleverancier van de EU maar verloor de vaccinrace. Steeds meer armere landen wijzen dit vaccin nu ook af.
Trots kondigde Ursula von der Leyen deze week aan dat de vaccinatiecampagne van de EU een nieuwe mijlpaal had bereikt: 70 procent van alle volwassenen in de EU heeft een eerste coronaprik gehad. Precies zoals de voorzitter van de Europese Commissie had voorspeld, zei ze – wat door sommigen was afgedaan als fantasievol wensdenken. „De EU houdt woord, en levert.”
Die laatste opmerking was gericht tot de eurosceptische burger, maar er leek ook iets in door te klinken van de emoties over de belangrijkste hindernis tijdens de prikcampagne: vaccinproducent AstraZeneca. Het Brits-Zweedse farmacieconcern zorgde voor een onstuimig begin van het vaccinatieprogramma doordat het de ene na de andere levering moest schrappen wegens productieproblemen. In de knallende ruzie tussen Brussel en het bedrijf klonken steeds precies die woorden: dat AstraZeneca géén woord hield, níét leverde.
De mijlpaal voor de EU toont tegelijk hoe zeer AstraZeneca de vaccinrace in Europa heeft verloren – terwijl het oorspronkelijk juist de beoogde hofleverancier was. Want: gemakkelijk in gebruik – bewaarbaar op koelkasttemperatuur, goedkoop en geproduceerd door een meer dan betrouwbaar geacht duo: de farmaceutische krachtpatser AstraZeneca samen met de universiteit van Oxford, geestelijk vader van het vaccin.