PATHUM THANI:- De abt van Wat Phut Udom in het district Lam Luk Ka, is uit zijn functie ontheven na beschuldigingen dat hij 9,2 miljoen baht heeft geleend van een 57-jarige vrouw en het bedrag niet terugbetaalde. Het slachtoffer heeft nu de wijdingszaal en het paviljoen van de tempel als compensatie in beslag genomen.
De politie in de provincie Pathum Thani riep een ontmoeting bijeen tussen de abt en het slachtoffer. Er werd besloten dat de abt de schuld onvoorwaardelijk zou terugbetalen, maar met de bepaling dat er geen verdere media-aandacht aan de kwestie zou worden besteed, totdat de Thaise media dit nieuws vernam.
Khun Ekaphop Luangprasert, adviseur van de minister van Binnenlandse Zaken en oprichter van de Facebookpagina Sai Mai Tong Rod, diende een formeel verzoek in bij Phra Khru Sophonphattharawet, abt van Wat Sai Mai en plv. districts-hoofdmonnik van Lam Luk Ka, om de persoonlijke bezittingen en financiële transacties van de abt van Wat Phut Udom in de afgelopen 20 jaar te onderzoeken. Deze stap was bedoeld om de 9,2 miljoen baht voor het slachtoffer terug te vorderen.
Ekaphop verklaarde dat het onderzoek zou ingaan op de financiële gegevens van de tempel, inclusief donaties van toegewijden, om vast te stellen of de fondsen op persoonlijke rekeningen of op de rekeningen van de tempel waren gestort.
Ekaphop benadrukte dat alle persoonlijke items die met tempelgelden zijn gekocht, verkocht moesten worden, waarbij de opbrengst gebruikt moest worden om het slachtoffer volledig terug te betalen. Het doel was om een precedent te scheppen en soortgelijke incidenten in andere tempels te voorkomen.
Vandaag, kondigde de eerder genoemde Facebookpagina aan dat de oppermonnik van Pathum Thani de verwijdering van de abt van Wat Phut Udom had bevolen. Phra Ajarn Ood van Wat Sai Mai werd aangesteld als waarnemend abt.
Het slachtoffer beschreef hoe de abt bijna 10 miljoen baht had geleend en stelde voor dat ze de wijdingszaal en het paviljoen van de tempel zou nemen in plaats van terug te betalen. De abt verdedigde zichzelf door te stellen dat er geen formele leningsovereenkomst bestond en beweerde dat hij gedwongen was de schuld te erkennen.