Het Amerikaanse Coca Cola verdient in Thailand goud geld met rode Fanta, bedoeld om de geesten gunstig te stemmen

BANGKOK:- In de Thaise hoofdstad liggen er meer dan 400 tempels verspreid over de stad met monniken die overal in het straatbeeld opduiken, daarmee vormt Bangkok voor velen een eerste kennismaking met het boeddhisme. Maar wie voorbij de blinkende boeddha’s weet te kijken, ontdekt een heel andere stad, bevolkt door hongerige geesten.

De wijk Thon Buri is een rustige wijk in het drukke Bangkok en ligt afgesneden door de vijfhonderd meter brede Chao Praya-rivier en heeft daardoor haar eeuwenoude, volkse charme weten te behouden. Hier vind je amper hoogbouw, wel traditionele houten en ­bakstenen huizen langs khlongs, smalle kanalen waar hibiscusstruiken over het modderige water hangen en enorme watervaranen liggen te zonnen. 

Ongevraagd maar met een brede glimlach schotelt de straatverkoopster me het enige gerecht uit haar kraampje voor: gloeiend hete jok moo, het traditionele Thaise ontbijt bestaande uit rijstsoep, varkens­gehakt, knapperige noedels en een zachtgekookt ei, bestrooid met chilivlokken en koriander. Blazend over mijn kom zie ik een vrouw gestoomde rijst naar het houten geestenhuisje aan de overkant brengen. Ik ben duidelijk niet de enige die deze ochtend met een knorrende maag wakker werd. Ook de geesten hebben honger.

Rode Fanta 
Geestenhuizen zijn net miniatuurtempels op een paal. Je treft ze overal in Bangkok aan: achter in steegjes, aan de ingang van hotels, restaurants en appartementsblokken, op markten, in parken en zelfs midden in de kanalen. Een boeddhistische monnik bepaalt nauwgezet hun exacte locatie. Het huisje moet bijvoorbeeld naar het oosten of het zuiden gericht zijn, zodat het niet in de schaduw staat van het gebouw dat het moet beschermen. Het mag niet links van een deur staan en niet naar een straat of toilet gericht zijn. De huisjes moeten boven een twee meter diepe put gebouwd worden, die gevuld is met geld en heilige voorwerpen.

Elke dag krijgen de geesten van Bangkok een nieuw flesje rode Fanta aangeboden.

Omdat ze zo op tempels lijken, verwarren veel toeristen ze met een boeddhistisch gebruik. Ze zijn echter het meest zicht­bare bewijs van het in Thailand populaire animisme, een oeroude natuurreligie waarin geesten een centrale rol spelen. 

Hoewel ­95­ procent van de Thai zich boeddhist noemt, geloven de meesten toch dat wanneer iemand sterft, zijn of haar geest blijft rondwaren op de plek van het overlijden. Omdat deze geesten niet altijd het beste met je voorhebben, kan je ze maar beter gunstig stemmen. 

En omdat, volgens de Thai, een volle maag de beste garantie op een goed humeur is, krijgen de geesten elke ochtend een royaal ontbijt van rijstgerechten, kokosdesserten, fruit en… rode Fanta. 

De meeste geestenhuisjes staan vol met opengedraaide flesjes van dit mierzoete drankje, het rietje naar de hemel gericht. “Geesten zijn dol op zoet”, giechelt de vrouw nadat ze de rijst op het plankje voor het geestenhuis heeft geplaatst. Wil ze me de meer lugubere verklaring besparen, of kent ze die zelf niet? Daags voordien ontdekte ik in het nieuwe cultuurhistorische museum immers dat geesten eerder tuk zijn op vers bloed. 

Maar toen de Thaise koning Rama I aan het einde van de 19de eeuw zijn onderdanen verbood om nog langer dieren te offeren, begonnen die, ter vervanging, bloedrode drankjes samen te stellen. Tot ze het gemak van rode Fanta ontdekten. Tegenwoordig is rode Fanta zo populair als offerdrank, dat Thailand tot de grootste afzetmarkten ter wereld behoort, het drankje is er zelfs populairder dan in de VS.

De Coca-Cola Company is niet het enige bedrijf dat een ­aardige duit verdient aan de geesten van Thailand. Aan de overkant van de Chao Praya, verscholen achter de Silpakorn-universiteit voor archeologie, stap ik later die ochtend de grootste amulettenmarkt van heel Azië binnen. Het is een waar doolhof van winkeltjes boordevol amuletten met uiteenlopende afbeeldingen, gaande van ­heilige monniken tot demonen met rode kraalogen. 

De meeste zijn in metaal, maar ik zie ook plastic, gebakken klei, goud en jade. Zeven op de tien Thai zouden amuletten dragen, als bescherming tegen kwade geesten. Jaarlijks gaan hier voor meer dan 1 miljard euro aan amuletten over de toonbank. Afhankelijk van het materiaal en welke monnik ze heeft gezegend, kan de waarde snel oplopen. De duurdere bevatten het speeksel, het haar of de as van een beroemde monnik.

Wees vriendelijk en reageer beleefd op het artikel wat Olleke Bolleke voor u in de media gelezen heeft, wij moedigen toevoeging van uw reactie op deze content aan, maar kijken wel naar taalgebruik. Mocht u een foutje menen te zien of heeft u een tip!, mail uw nieuwsbeer even, hij zal u dankbaar zijn.

Informatie en bron
Illustraties: Photosstock 
Content: Nicolas Chartier
Bron: demorgen.be

Tags:

Eén gedachte over “Het Amerikaanse Coca Cola verdient in Thailand goud geld met rode Fanta, bedoeld om de geesten gunstig te stemmen”

  1. Ik heb er altijd een hekel aan indien men afgunstig is op andermans handel. Afgunstig indien die het goed doen en winst maken. He zijn al gauw oplichters, zakkenvullers etc. bah wat een platvloerse jalouzie. Niet te vergeten dat het mijn zoon zou kunnen zijn die in staat is om de omzet te verhogen en daar een bonus voor zou krijgen: kan die eindelijk een nieuw fietsje kopen voor zn dochtertje.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Leave the field below empty!