GENOEG IS GENOEG
Maurice komt terug van de dokter en vertelt zijn vrouw dat hij slechts 24 uur te leven heeft. Gezien de prognose vraagt Maurice zijn vrouw om nog een keer seks te hebben. Natuurlijk stemt ze ermee in, en ze bedrijven de liefde.
Ongeveer zes uur later gaat Maurice naar zijn vrouw en zegt: “Schat, je weet dat ik nu nog maar 18 uur te leven heb. Kunnen we het nog een keer doen voordat het mijn tijd is?” Natuurlijk gaat zijn vrouw akkoord en ze doen het nog een keer.
Later, als Maurice in bed ligt en op zijn horloge kijkt, realiseert hij zich dat hij nu nog maar acht uur te leven heeft. Hij tikt zijn vrouw aan en vraagt: “Liefje, alsjeblieft… nog een keer voordat ik sterf.” Ze zegt: “Natuurlijk, schat,” en ze bedrijven de liefde voor de derde keer.
Na deze sessie valt zijn vrouw doodmoe in slaap. Maurice, echter bezorgd over zijn naderende dood, ligt te woelen en draaien totdat hij nog minder dan vier uur te leven heeft. Hij tikt zijn vrouw aan, die wakker wordt. “Schat, ik heb nog maar vier uur. Denk je dat we kunnen…”
De vrouw gaat rechtop in bed zitten en zegt: “Luister, Maurice, genoeg is genoeg. Ik moet morgenvroeg opstaan… en jij kunt blijven liggen.”
BESTE WAAKHOND
In een elektrozaak is al voor de derde keer ingebroken, en de eigenaar is het grondig beu. Hij zegt tegen zijn zoon: “Ga naar het dierenasiel en koop daar de beste en gemeenste waakhond die ze hebben!”
De zoon vertrekt naar het dierenasiel en zegt: “Wat het ook kost, ik wil de beste en gemeenste waakhond die jullie hebben!”
De eigenaar van het asiel zegt: “Sorry, we zijn uitverkocht, maar ik heb hier wel een aap die deze job aankan.”
“Wat moet ik nu met een aap?” vraagt de zoon. “Kom maar even mee,” zegt de eigenaar van het dierenasiel, “want dit is geen gewone aap; deze kent karate.”
Ze gaan naar de kelder waar de aap in een stevige kooi zit. De eigenaar doet de aap een leiband om en ze gaan naar een gemeubileerde kamer. Daar roept de eigenaar: “Karate, karate stoel!” Een minuut later blijft er van de stoel alleen nog maar tandenstokers over. Dan roept hij: “Karate, karate tafel!” En weer blijft er van de tafel niets over.
“Wow,” zegt de zoon, “komaan, geef me dit beest!”
Thuis aangekomen zit papa op zijn gemak de krant te lezen als de zoon met de aap aan de leiband binnenkomt. “Wat heb je me nu bijgebracht?” roept de vader. “Weg met dat beest!”
“Ja maar pa…” “Niks ervan, ik heb een waakhond gevraagd.”
“Ja maar pa…” “Ik zeg weg met die aap!”
“Ja maar pa, die aap kent karate!”
“Wat? Een aap die karate kent? Hahahaha! Karate, karate men kloëte, ja…”
IN DE SAUNA
Een vrouw rent de stoomsauna uit en roept: “Ik ben nét onzedelijk betast!”
De saunabeheerder zegt: “Alstublieft mevrouw, ik werk hier al 18 jaar, ik kán dat gewoon niet geloven, want dat is nog nooit voorgekomen!”
Op dat moment stormt er weer een vrouw naar buiten en schreeuwt: “Ik ben zonet onzedelijk betast!”
De saunabeheerder zegt opnieuw: “Dat kan absoluut niet!”
Als de derde vrouw naar buiten rent en ook roept: “Ik werd onzedelijk betast,” gaat de beheerder de sauna in en stoot zich aan een man die op de grond in de stoomwolken rondkruipt.
Op de vraag van de beheerder: “Wat doet u daar?” zegt de man: “Ik zoek mijn toupetje. Drie keer dacht ik dat ik ’t gevonden had, maar dan was ’t ineens weer weg!”
Fijn weekend allemaal!
Reinold

