1: VIAGRA

Een man komt bij de dokter met de klacht dat hij al maanden niet meer in staat is om met zijn vrouw te vrijen. Hij vraagt om een recept voor Viagra.

“Ho, ho,” zegt de arts. “Voordat ik een recept uitschrijf voor Viagra, geef ik u één pil. Zo kunt u zien of het werkt. U neemt hem nu meteen in. Als het werkt, bent u tegen de tijd dat u thuis bent helemaal klaar voor actie.”

Bijna meteen voelt de man dat de pil effect heeft. Wanneer hij thuiskomt, staat hij zowat op springen. Maar er is één klein probleem: zijn vrouw is gaan winkelen, zo blijkt uit een briefje dat op de keukentafel ligt.

Hij belt onmiddellijk de dokter. “Dokter! Wat moet ik doen? Behalve de huishoudster is er niemand in huis! Mijn vrouw is gaan winkelen!” 

“Dan zult u met de huishoudster moeten vrijen om te testen of de pil echt werkt,” adviseert de arts.

“Maar dokter,” kreunt de man, “voor de huishoudster heb ik geen Viagra nodig.”

2: TALENT

Een jongeman loopt voorbij een supermarkt en ziet een bericht aan het uitstalraam waarin staat dat de eigenaar op zoek is naar een verkoper. Hij stapt de winkel binnen en zegt dat hij de job graag wil. De eigenaar vraagt hem of hij ervaring heeft, waarop de jongen antwoordt: “Ervaring? Ik ben de koning van de verkoop! Mijn neef had een winkel en ik heb zoveel verkocht dat hij stinkend rijk is geworden. Hij woont nu in Brazilië en hoeft daar niets anders meer te doen dan te luieren in de zon. Ik zweer het je, er bestaat geen betere verkoper dan ik.”

De eigenaar besluit de jongen die dag nog te laten beginnen om zijn verkooptalenten uit te testen. ’s Avonds komt hij terug om te zien hoeveel hij verkocht heeft. “En? Heb je veel verkocht?”

“Het spijt me, maar ik heb maar één klant gezien, ik zweer het je!” zegt de jongen.

“Tja, dat is niet echt fantastisch. Voor hoeveel heb je aan hem verkocht?”

“Slechts voor 300.000 euro.”

“Wat? 300.000 euro? Hoe heb je dat in godsnaam voor elkaar gekregen?”

De verkoper vertelt: “De klant kwam binnen en ik verkocht hem een vishengel. Ik stelde ook geschikt aas voor, evenals een kist om zijn materiaal in te bewaren. Ik vertelde hem dat één lijn niet voldoende is om goed te kunnen vissen en zei dat hij met de andere lijn die ik hem toonde zelfs Moby Dick zou kunnen vangen. Voor die lijn had hij natuurlijk ook een aantal aangepaste dobbers en vliegjes nodig. Omdat hij geen belachelijk figuur wilde slaan bij de andere vissers, verkocht ik hem ook een aangepaste outfit: een waterdichte broek, laarzen, een jas ter bescherming van zijn jas en een petje. Want met een splinternieuwe uitrusting zonder aangepaste kleding ziet hij eruit als een idioot, en onze klanten mogen er niet uitzien als idioten, nietwaar?

Ik vroeg hem waar hij van plan was te gaan vissen en hij zei dat hij naar zee wilde gaan. Ik heb hem toen aangeraden om een boot te kopen en verkocht hem er één van 12 meter met twee buitenboordmotoren. Toen ik vroeg hoe hij die boot naar de kust zou brengen, zei hij dat hij dat nog niet goed wist. Ik heb hem toen maar de allernieuwste Mercedes Jeep verkocht, met een aanhangwagen om de boot aan vast te maken. Toen ik alles optelde, kwam ik op 303.000 euro, maar ik heb het prijskaartje afgerond naar 300.000 euro en hij heeft zijn cheque ondertekend.”

De mond van de eigenaar valt open; hij gelooft zijn eigen oren niet en zegt: “Je hebt een Mercedes verkocht aan iemand die een hengel kwam kopen?”

“Wel, niet echt. De klant kwam eigenlijk een doos tampons kopen voor zijn vriendin, en toen zei ik: ‘Aangezien je weekend toch naar de kloten is, waarom zou je niet eens gaan vissen?'”

3: WIE BEN JIJ

Ik zat deze week in restaurant Van der Valk, aan een tafel naast drie vrouwen. Ze hadden het over de lengte van het mannelijk geslacht. Ik zeg: “Sorry, ik moet even onderbreken, maar de langste hebben de Indianen in Colombia.” Even later hebben de dames het over de dikte. Ik zeg: “Sorry, nog even onderbreken, de dikste hebben de boeren in Friesland.”

“Goh,” zeggen de dames, “kom er even bij zitten! Ik ben Ellen, dit is Heleen en dat is Karin. Hoe heet jij?”

Ik zeg: “Winnetoe Sipkema.”

Fijn weekend,  

Reinold