BANGKOK: De geplande herziening van de Alcoholic Beverage Control Act (2025) stuit op felle weerstand van de restaurantsector. De voorgestelde wet maakt horecaondernemers mede aansprakelijk voor schade veroorzaakt door dronken gasten en stelt strengere voorwaarden aan de verkoop van alcohol.
De wet verbiedt de verkoop van alcohol aan personen jonger dan 20 jaar en aan klanten die duidelijk onder invloed zijn. Verkopers worden verplicht de leeftijd van klanten te verifiëren met een identiteitskaart of een ander officieel document bij redelijke twijfel. Daarnaast mogen zij de mate van intoxicatie alleen beoordelen wanneer dat noodzakelijk lijkt; bij het niet naleven van deze regels kan wettelijke aansprakelijkheid volgen als acties van dronken klanten schade veroorzaken aan derden.
Aansprakelijkheid en praktische knelpunten
Chanon Koetcharoen, voorzitter van de restaurantvereniging, noemt de wijzigingen een ingrijpende belasting voor de sector. Bij een incident rust de bewijslast volgens hem vaak op het restaurant: het moet aantonen dat een bezoeker niet al dronken was bij binnenkomst. De situatie wordt gecompliceerd doordat veel consumenten alcohol nuttigen op meerdere locaties, waardoor herleidbaarheid lastig is.
Vragen blijven ook bestaan omtrent groepsbestellingen en situaties waarin een gast grote hoeveelheden alcohol bestelt zonder direct zichtbare tekenen van dronkenschap, maar later schade veroorzaakt. Deze onduidelijkheden vergroten het risico op rechtszaken en onzekere uitkomsten voor aanbieders van alcohol.
Financiële en operationele gevolgen
De restaurantvereniging meldt dat er tot op heden geen bekende gevallen zijn van aansprakelijkheid voor door derden veroorzaakte schade, maar dat bedrijven worden aangespoord extra veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals videobewaking met geluidsopname — een kostenpost die vooral kleine ondernemers kan raken. Chanon pleit daarom voor intrekking van de nieuwe regels en benadrukt dat 20-plussers als volwassenen verantwoordelijkheid moeten dragen voor hun eigen gedrag. Volgens hem zou de overheid zich in plaats daarvan moeten richten op het aanscherpen van maatregelen tegen rijden onder invloed en het stimuleren van alternatieve vervoersdiensten zoals taxi- en chauffeursdiensten.
