BANGKOK: In de straten van de Thaise hoofdstad zijn Indische varanen steeds vaker te zien. Dit fenomeen heeft zowel positieve als negatieve kanten. De Indische varaan, die tot twee meter lang kan worden, is de op één na grootste hagedissensoort ter wereld. In tegenstelling tot de grotere en giftige komodovaraan vormen ze geen directe bedreiging voor mensen. In het Lumphini-park, een groene ruimte in het hart van de stad, leven ongeveer vierhonderd van deze hagedissen.
“De grote hagedissen zijn niet zo bedreigend, omdat ze vrij traag zijn en je ze gemakkelijk kunt ontwijken,” vertelt Jayla Chintanaroj, die regelmatig in het park jogt, aan The Guardian. “De kleinere hagedissen zijn echter veel sneller. Ik ben er al een paar keer bijna over gestruikeld.”
JX Ang, een andere buurtbewoner, is enthousiast over de dieren. “Tijdens je dagelijkse activiteiten zie je plotseling een kleine Godzilla,” zegt hij ook tegen The Guardian. Onlangs telde hij minstens tien hagedissen in een fontein in het park. “Het is net een jacuzzi voor hagedissen. Geweldig!”
Echter, de razendsnelle toename van hun populatie baart zorgen. Een vrouwtje kan tot twintig eieren tegelijk leggen, wat betekent dat ze via de meer dan 1.600 kanalen steeds vaker in andere delen van de stad opduiken. Soms komen ze zelfs binnen in huizen of veroorzaken ze gevaarlijke verkeerssituaties. Dankzij een overvloed aan voedsel en het ontbreken van natuurlijke vijanden kunnen ze zich uitstekend voortplanten.
Traditioneel wordt het Thaise woord voor hagedis, “hia”, ook als scheldwoord gebruikt, wat leidde tot een negatieve kijk op deze dieren. Maar die perceptie verandert nu. De Indische varaan is een trend geworden op sociale media zoals Instagram en TikTok en trekt veel toeristen naar Bangkok. In Lumphini-park is er zelfs een standbeeld ter ere van deze hagedissen geplaatst.
De lokale autoriteiten proberen ondertussen een balans te vinden tussen de groeiende populariteit van de hagedissen, het beheersen van hun aantal en de veiligheid van de stad.